vrijdag 30 maart 2012

Denken in grijstinten

Er wordt heel wat gediscussieerd op deze wereld. Over uiteenlopende zaken heeft ieder mens wel zo zijn of haar eigen mening. Zonder mening tel je immers eigenlijk niet mee in deze wereld. Overigens hebben we vrijwel altijd een mening die nooit geheel overeenkomt met de mening van de ander. Zodat we uiteindelijk toch ook onze eigen unieke positie in deze maatschappij en binnen een discussie weten te bewaren.

Om je in een discussie te handhaven is er echter ook nog iets anders nodig. Een extreem standpunt. Het is óf pikzwart óf helder wit. Grijstinten zijn in de arena van het debat eigenlijk niet bruikbaar. Daarmee laat je immers veel te veel ruimte aan je opponent om je standpunt onderuit te halen. Tenminste, dat denken we vaak.

Nu geef ik graag toe dat het erg gemakkelijk is om in zwart of wit te denken. Het geeft helder aan waar je staat. Je hoeft niet al te veel na te denken over de consequenties. Die zijn immers vrij snel duidelijk. En wat belangrijker is: Voor anderen ben je gemakkelijk in een hokje plaatsen. Door in een discussie voor zwart dan wel voor wit te kiezen schep je een helder beeld voor de tegenstander.

Denken in grijstinten doet volgens mij echter meer recht aan de werkelijkheid. De wereld is niet zwart of wit. Ik pleit niet voor de toepassing van het Yin-Yang principe. Daar geldt dat al het goede iets kwaads in zich heeft en vice versa. Dat is mij veel te zweverig en doet ook geen recht aan de werkelijkheid. Maar nuance in discussies zou geen kwaad kunnen. Zeker bij discussies binnen de kerkelijke kring.

Door oog te hebben voor de grijstinten worden discussies op een hoger plan getild. Het geeft de opponenten namelijk gelegenheid om te zien waar de grijstinten elkaar raken. Die grijstinten kunnen dan de basis zijn voor een verdere discussie. Het grijze is dan het fundament waarop het hogere niveau rust.

Denken in grijstinten vergt echter wel een luisterend oor. Peilen waar je elkaar in de discussie raakt en waar je samen verder kunt. Een luisterend oor vraagt een open opstelling van beide opponenten. Het tonen van je kwetsbaarheid aan de ander. Niet om daar misbruik van te maken, maar om juist daar tot overeenstemming te komen. Zo alleen komen we verder in discussies over allerlei gevoelige onderwerpen. Zo alleen komen we vooruit in ons denken.

maandag 12 maart 2012

Een les uit de Johannes-passion

Uiteraard was het de held van de dag afgelopen zaterdag: Mark Rutte. Vele jongeren (en ook een enkele oudere) waren afgekomen op het hoge bezoek in het Beatrix-theater in Utrecht. Niet geheel ten onrechte misschien. Zulke mensen ontmoet je immers niet iedere dag. En daarbij dan nog de mogelijkheid om de minister-president zelf de hand te schudden en misschien enkele woorden met hem te wisselen.

De held waar ik eigenlijk voor gekomen was, viel er een beetje bij in het niet: Anne van der Bijl. Hij laat vanwege zijn leeftijd zijn gezicht niet zo vaak meer zien bij zulke grote evenementen. In het interview klonk vurige liefde door die in hem gloeide voor mensen die Jezus nog niet kenden als hun Zaligmaker. En niet alleen voor mensen die open stonden voor het evangelie, maar juist ook voor mensen die de Kerk van Jezus Christus vervolgden. Het lijden viel daarbij in het niet. Bij dat vuur voor mensen vergeleken was het liberale enthousiasme van de minister-president maar een klein vonkje.

Na een dag vol indrukken spoedde ik mij richting een oud kerkgebouw in Zwijndrecht. De Johannes Passion stond op het programma. Een indrukwekkende uitvoering. Het feit dat er geen professioneel koor stond, deed daar niet aan af. Bij elk onderdeel van de Passion viel me weer op hoe Bach het lijden en sterven van Jezus op koninklijke wijze afschildert. Door het lijden en sterven heen openbaart Jezus Zichzelf als de Koning der koningen. Zo koninklijk mag de Kerk achter hun Koning aan.

Toen de laatste klanken van het koor en het orkest waren weggestorven, zag ik opeens het juiste perspectief van de hele dag. Niet een minister-president moest bejubeld worden. En het draaide ook niet om Anne van der Bijl. Het koor had net gezongen: 'Herr Jesu Christ, erhöre mich, ich will dich preisen ewiglich!' Het ontroerde me.