dinsdag 25 oktober 2011

Gebed

O Heer, verberg U niet voor mij,
wanneer ik mij verberg voor U,
Gij weet het, ik ben bang voor U,
ontwijk U en verlang naar U.
O ga niet aan mijn hart voorbij

En wees niet toornig over mij,
wanneer ik U geen liefde bied.
Ik noem U, maar ik ken U niet,
ik buig mij, maar ik ben het niet
en mijn gebed is tegen mij.

Spreek zelf in mij het rechte woord.
Zo vaak ik woorden voor U vond,
heb ik mij in mijn woord vermomd.
Nu wacht ik tot Gij zelve komt
en spreekt, zodat uw knecht het hoort.

Heer, roep mij als Uw dwalend schaap,
dat U niet zoekt en U niet vindt.
Geef mij, als een die Gij bemint,
geef, dat ik als Uw eigen kind
Uw stem mag horen in mijn slaap.

Muus Jacobse

zaterdag 22 oktober 2011

Wees vriendelijk!

Bij de uitgang van een gezinsbeurs met een hoog reformatorisch gehalte stond ze. Een jonge dame die uitgeput na twee dagen standwerken een sigaretje stond te roken. Haar vingers waren druk bezig om een smsje te sturen naar een vriendin. Terwijl ik naast haar sta, stopt ze even en vraagt: ‘Mag ik u misschien een gekke vraag stellen? Wat voor beurs is dit eigenlijk?’ Ik antwoord haar dat het de gezinsbeurs Wegwijs is. Ze vertelt me uitgebreid dat ze vandaag hier heeft gewerkt, maar tot haar schande moest bekennen dat ze niet wist op welke beurs ze stond. Uit alles bleek dat ze niet gewend was aan het reformatorisch klimaat van deze beurs. Een buitenstaander.

We maken even een praatje over de beurs en ik vraag haar hoe ze het had ervaren. Ze antwoord me dat het hard werken is op haar hoge hakken. En het ergste is nog wel dat je altijd vriendelijk moet zijn. Ook aan het einde van de dag. Ik ben wel wat gewend als het gaat om verkopen, dus ik geef gul toe dat dit niet gemakkelijk is aan het einde van de dag. Vriendelijk blijven tegen mensen die je min of meer afsnauwen. Je probeert mensen te interesseren voor je product, maar je krijgt hooguit te horen: ‘Ik ben moe, val me niet lastig.’

Nu ik aan het gesprek terugdenk, bedenk ik opeens dat ze er nog iets bij zei: ‘Het is op elke beurs hetzelfde hoor.’ Een nonchalante opmerking tussendoor die mij ervan moest overtuigen dat het vrij normaal is dat mensen zo reageren. Maar nu opeens besef ik dat het eigenlijk triest is dat deze ‘buitenstaander’ niet iets anders zei. Iets in de trant van: ‘Het viel me op dat de mensen hier vriendelijk waren’, of: ‘Op deze beurs maakte ik voor het eerst mee dat het ook anders kon’.

Het was toch Petrus die in zijn tweede brief schreef dat een christelijke man gekenmerkt moest worden door vriendelijkheid? En het was toch Paulus die aan de gemeente van Korinthe schreef dat de liefde de meeste diende te zijn in het leven van een christen? Allerlei vragen komen bij mij boven. Die bezoekers van de Wegwijs noemen zich toch christen? Waar was dan die vriendelijkheid? En waarom heeft deze ‘buitenstaander’ niets gemerkt van een houding van liefde?

Je mag toch verwachten dat het publiek van deze beurs, dat zich in haar koopgedrag eigenlijk niet onderscheid van de wereld, toch door de vriendelijkheid zou worden gekenmerkt! Dat deze jonge dame met de gedachte naar huis was gegaan dat het toch niet normaal is zoals het er meestal aan toe gaat.