In de vermomming van het schijn
verroert zich haar tong en spreekt
haar harteloze taal. Door pijn
verwond, wat stil in stukken breekt.
Gegeven aan de haat’lijkheid,verroert zich haar tong en spreekt
haar harteloze taal. Door pijn
verwond, wat stil in stukken breekt.
verpletterd door haar eigen woord.
Gaat met hen in de eeuwigheid
over wie nimmer werd gehoord.