Ophef alom in de Nederlandse media. De Katwijkse predikant A. Vlietstra had in een kerkbode-artikel 17e eeuwse predikant Jacobus Koelman geciteerd over de opvoeding van kinderen. Een citaat waarin deze predikant opriep om voorzichtig te zijn in de bestraffing van kinderen. Wanneer een kind bestraft moest worden (en dat moet nu eenmaal met regelmaat in een goede opvoeding), dan diende dat met liefde te gebeuren. Het kind moest de liefde door de straf heen proeven.
De ophef werd echter veroorzaakt door het gebruik van het verouderde woord kastijding. Het hedendaagse woordenboek geeft daarvoor de definitie ‘bestraffing, slaag’. Door de media werd het echter gedefinieerd als ‘mishandeling’. Hoe het woord precies in de 17e eeuw werd gehanteerd kan ik niet direct achterhalen. Misschien is het inderdaad de corrigerende tik geweest waar Koelman op duidde, maar dat is nog steeds geen mishandeling. In ieder geval bleek in het Radio 1-journaal dat Katwijkse dames de predikant helder hadden begrepen. Ze gingen hun kinderen vanaf nu niet mishandelen met het kerkbode-artikel en de Bijbel in hun hand.
Duidelijk mag zijn dat deze ophef weer de rol van de media toont in beeldvorming. Een stukje in een kerkbode dat voor kerkelijk publiek is geschreven, wordt uit haar context gerukt en opgeblazen. Van een mug wordt een olifant gemaakt. Het negatieve beeld van de orthodoxe-christenen lijkt weer bevestigt voor het deel van onze samenleving dat al vele vooroordelen had over deze groep. Getuige de reacties op bepaalde websites heeft de media haar rol met betrekking tot negatieve beeldvorming weer formidabel gespeeld. Het is dan wel weer jammer dat de media in deze beeldvorming altijd erg gemakkelijk omgaat met de context waarin iets wordt gezegd.
Tegelijkertijd maakt het voor christenen wel weer duidelijk dat zelfs kerkbode-artikelen gelezen kunnen worden door niet-christenen. Dat is iets waar we in onze tijd rekening mee moeten houden in de verwoording van onze standpunten. De ophef die vandaag is ontstaan drukt ons met de neus op de feiten. Het belangrijkste feit is dan wel dat citaten uit het verleden niet door elke lezer meer wordt begrepen. Een reden te meer om ten allen tijde helder en fris onze standpunten te verwoorden. Zelfs richting het eigen kerkelijk publiek.
De ophef werd echter veroorzaakt door het gebruik van het verouderde woord kastijding. Het hedendaagse woordenboek geeft daarvoor de definitie ‘bestraffing, slaag’. Door de media werd het echter gedefinieerd als ‘mishandeling’. Hoe het woord precies in de 17e eeuw werd gehanteerd kan ik niet direct achterhalen. Misschien is het inderdaad de corrigerende tik geweest waar Koelman op duidde, maar dat is nog steeds geen mishandeling. In ieder geval bleek in het Radio 1-journaal dat Katwijkse dames de predikant helder hadden begrepen. Ze gingen hun kinderen vanaf nu niet mishandelen met het kerkbode-artikel en de Bijbel in hun hand.
Duidelijk mag zijn dat deze ophef weer de rol van de media toont in beeldvorming. Een stukje in een kerkbode dat voor kerkelijk publiek is geschreven, wordt uit haar context gerukt en opgeblazen. Van een mug wordt een olifant gemaakt. Het negatieve beeld van de orthodoxe-christenen lijkt weer bevestigt voor het deel van onze samenleving dat al vele vooroordelen had over deze groep. Getuige de reacties op bepaalde websites heeft de media haar rol met betrekking tot negatieve beeldvorming weer formidabel gespeeld. Het is dan wel weer jammer dat de media in deze beeldvorming altijd erg gemakkelijk omgaat met de context waarin iets wordt gezegd.
Tegelijkertijd maakt het voor christenen wel weer duidelijk dat zelfs kerkbode-artikelen gelezen kunnen worden door niet-christenen. Dat is iets waar we in onze tijd rekening mee moeten houden in de verwoording van onze standpunten. De ophef die vandaag is ontstaan drukt ons met de neus op de feiten. Het belangrijkste feit is dan wel dat citaten uit het verleden niet door elke lezer meer wordt begrepen. Een reden te meer om ten allen tijde helder en fris onze standpunten te verwoorden. Zelfs richting het eigen kerkelijk publiek.